Gelijkheid als sleutel tot een gezonde relatie met je kind

Je kinderen zijn je kinderen niet.
Zij zijn de zonen en dochters van ’s levens hunkering naar zichzelf.
Zij komen door je, maar zijn niet van je,
en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Uit: De Profeet van Kahlil Gibran

Als je vader of moeder bent dan vergelijk je waarschijnlijk jezelf, je aanpak, je omgang en relatie met je kind zo nu en dan met die van andere ouders. We komen elkaar tegen in de speeltuin, de winkel, op school of op straat. Er worden misschien blikken en woorden gewisseld waarin (h)erkenning en waardering voelbaar is. Wat gebeurt er allemaal achter die vriendelijke glimlach die we elkaar geven? Wat denken en voelen we als we een ontmoeting met een andere ouder en kind hebben?
Jouw overtuigingen en opvattingen over opvoeding kunnen duidelijk zijn voor je. Je ontmoet hierin mensen die deze met je delen en mensen die er heel anders over denken. Los van de overeenkomsten en verschillen tussen de opvoed ideeën;
in de kern wensen we ons kind toch allemaal hetzelfde toe?
Je wilt dat het zich geliefd en gelukkig voelt, dat het als een zelfstandig, sociaal en volwaardig persoon met vertrouwen in zichzelf de wijde wereld betreedt. Hoe werk je hier naartoe in de dagelijkse praktijk? Ons handelen in de praktijk mag bijdragen aan de vervulling van deze wensen, dus wat DOEN we eigenlijk in de opvoeding? Hoe draagt de dagelijkse omgang met onze kinderen bij aan hun ontwikkeling en hoe verhoudt zich dat tegenover onze toekomstwensen voor hen? In dit kader geloven wij dat gelijkheid in de ouder-kind relatie een zeer belangrijke rol speelt.

(On)Gelijkheid
Als het gaat over opvoeding in gesprekken, boeken en media, gaat het vaak over wat wij, ouders, onze kinderen mogen leren. Opvoeding betreft eenrichtingsverkeer:

Ouder → kind

Iedere ouder weet echter dat het om véél meer gaat. Alhoewel ze klein zijn, hun invloed op ons is groot. Kinderen spiegelen ons als geen ander. Leven met deze pure, gevoelige wezens, die direct en indringend met ons communiceren brengt onze persoonlijke ontwikkeling in een stroomversnelling. De relatie met je kind verandert je. Er is dus sprake van een invloed die kinderen op ons hebben:

Ouder ← Kind

Daarom, als wij het hier hebben over ouderschap en opvoeding, hebben we het over al het bovenstaande en wat dat oplevert: een ouder-kind relatie waar je elkaar vormt op bewust en onbewust niveau:

Ouder ↔ Kind

Het feit dat kinderen in zeer vormende jaren grotendeels afhankelijk zijn van volwassen(er)en maakt dat er, ondanks de vele aspecten van gelijkheid, veel nadruk komt te liggen op ongelijkheid. Een ongelijkheid in de mate van zelfstandigheid, ervaring, handigheid, vaardigheden, noem maar op. We nemen onze kinderen nou eenmaal een tijdje aan de hand. Het feit dat we onze kinderen de billen vegen tot een bepaalde leeftijd, hun tanden poetsen, voeden, beschermen tegen gevaar. Ook dat we hun eerste stapjes met ze vieren, de nieuwe woordjes, de plas in het potje, de mijlpalen.
In het dagelijks leven met onze kinderen is het daarom, zeker in de eerste jaren, soms een uitdaging om hen als gelijken te beschouwen. Laat staan hen als gelijken te behandelen. Terwijl ze dat overduidelijk op meer vlakken wél zijn dan niet.
Misschien vraag je je af: waarom is het dan zo belangrijk of ik mijn kind zie als gelijke? Dat willen we verduidelijken aan de hand van dit plaatje:


Zoals je kan zien, onderscheiden we 3 aspecten waaruit de ouder-kind relatie bestaat.

Voorbeeld zijn
Als ouder heb je een voorbeeldfunctie. Je kind kijkt naar je op, observeert jou en leert van jou, het doet jou na. Maar wat denk je van het voorbeeld dat kinderen óns geven? De voorbeeldfunctie die zij vervullen? In hun verwondering, enthousiasme, onbevangenheid, leergierigheid, vertrouwen, ongecompliceerdheid. Kinderen inspireren ons en maken vaak dingen (opnieuw) in ons los. Kinderen hebben ons in hun puurheid en heelheid veel te bieden.

Relatie / Verbinding
Hoe relateren we aan elkaar? Waar vinden en maken we de verbinding. De gegeven relatie van ouder en kind, de bloed- of rolband, is niet voldoende om door het leven heen verbondenheid te blijven ervaren en voelen. Er is aandacht, interesse, energie en respect voor nodig om verbinding te maken en te versterken tussen ouder en kind door alle (levens)veranderingen heen.

Grenzen & Ruimte
Waar meerdere mensen bij elkaar komen zijn meerdere behoeften aanwezig. Ouders geven hun grenzen aan op uiteenlopende manieren. We praten met onze kinderen, we onderwijzen, we straffen, we belonen, we spelen in op het gevoelsleven van onze kinderen, we bedenken consequenties (als…dan), maken regels, etc. Tegelijk geven we onze kinderen ruimte. We passen bijvoorbeeld de inrichting van ons huis aan om hen een (veilige) plek te bieden. We verleggen onze grenzen om hen meer ruimte te kunnen geven.
Kinderen hebben ook grenzen en bepalen ook de ruimte die ze je willen geven. Hoe gaan we daarmee om? Kunnen wij zien wat zij willen en niet willen? Respecteren wij vervolgens de grenzen die onze kinderen geven en de ruimte die we krijgen?

Wat is jouw kindbeeld?
Jouw handelen is ergens op gebaseerd. Waarom doe je wat je doet? Er kan gezegd worden dat ‘goed zorgen voor je kinderen’ is; ze bewust te vormen en bij te sturen. Dat het de taak van de ouders is om aan hun kind te leren wat en hoe ze moeten leren en ontwikkelen. Dit kan voortkomen uit de overtuiging dat je ‘draakjes’ krijgt wanneer je ze niet zo opvoedt. Onbeleefde, ongemanierde en respectloze, onaangepaste kinderen zouden het resultaat zijn. Kinderen die alle ruimte die je ze geeft zullen gebruiken om te profiteren. Het is aannemelijk dat deze overtuiging voortkomt uit een negatief mensbeeld; dat een mens geneigd is tot het doen van kwaad.
Er bestaan ook positievere mensbeelden; dat een mens, uit zichzelf, de wil heeft om van betekenis te zijn voor anderen. Dat het zelf wil leren en ontwikkelen. Dat een mens ten diepste lief wil hebben en geliefd wil zijn.
Jouw mensbeeld is het fundament voor uiteindelijk jouw houding en gedrag ten opzichte van jezelf en je kinderen. Dus ga eens na: wat geloof jij?

Voorbeeld uit de dagelijkse praktijk

Ouder: Ik zie dat je klaar bent met schilderen. Ruim je de spullen nog even op?
kind: Nee, doe ik niet
Ouder: Als je klaar bent met schilderen mag je de spullen weer schoonmaken en op hun plek terug leggen.
Kind: Ga ik niet doen
Ouder: Het kan hier niet blijven staan. Hoe wordt het dan opgeruimd?
Kind: Jij kan het doen
Ouder: Ik wil je best wel helpen, maar ik wil het niet alleen doen
Kind: Ik help niet mee, doei (rent weg)

Van de afloop kun je zelf wel een voorstelling maken. Vervang het opruimen door een ander onderwerp en je kunt zo een recent conflict met je kind voor de geest halen. Een conflict over voeding, screen-time, naar bed gaan, aankleden of zichzelf bezighouden. Het gaat er niet om wat je van het bovenstaande voorbeeld vindt, maar om stil te staan bij één van jullie eigen conflicten en hier aandacht aan te geven. Jullie conflict is namelijk een middel tot het communiceren van iets. Elk gedrag is communicatie en alle betrokkenen hebben gelijk. De boodschap die door iedereen wordt gezonden, verbaal en non-verbaal is waar. Conflicten zijn niet alleen onvermijdelijk, ze komen ook gewoon ontzettend vaak voor. (on)Gelijkheid in de relatie komt ook hier tot uiting. De manier waarop het conflict wordt opgelost zegt veel over de gezondheid van de relatie tussen ouder en kind. Het gaat hier bijvoorbeeld om de ruimte die er is voor ouders om de macht van het ouderschap te gebruiken (of misbruiken). In dat geval is het kind vaak de verliezer. Er zijn manieren om te komen tot een redelijke oplossing, waar zowel kind als ouder tevreden mee is.

Gelijkheid in praktijk
Recht doen aan de verschillen tussen jou en je kind en je kind als gelijke zien én behandelen is een hele uitdaging! Het ouderschap en de opvoeding is natuurlijk complexer vanuit deze zienswijze dan wanneer je de opvoeding ziet als een soort puppycursus met vaste regels en geijkte resultaten. Daarom nog een paar gedachten om mee te nemen.

Voorbeeld zijn voor kinderen en voorbeeld nemen aan kinderen
Stel je voor dat jij en je kind gelijken zijn. Stel je dat moment voor dat ooit mag gaan komen; dat je als volwassenen met elkaar bent en van hart tot hart spreekt. Kan je, anticiperend daarop, wat met het idee dat jij en je kind 2 zielen zijn met dezelfde oorsprong en jij alleen zijn/haar ouder bent omdat jij eerder op de wereld kwam? Kan je zien dat je hetzelfde bent, ondanks de voorsprong die je hebt in levensduur en -ervaring?

Denk eens aan de momenten waarop de ongeschondenheid van het kind-zijn je raken op een pijnlijke plek. Een plek waardoor jouw beschadiging of verlies gevoeld wordt. Hoe kan je dan jezelf open stellen voor je kind? Bijvoorbeeld momenten waarop je kind volledig vertrouwt, zich openstelt, liefheeft, opgaat in het moment, zichzelf verliest, etc.

Misschien zijn onze kinderen een voorbeeld voor ons om weer terug te komen bij dat wat we in onze eigen opvoeding hebben afgeleerd; bijvoorbeeld het uiten van onze emoties en daarmee het verwerken van belangrijke ervaringen? Wanneer heb je zelf voor het laatst gehuild? Wanneer heeft je kind je zien huilen? Wat voor voorbeeld ben jij voor je kinderen in het omgaan met je emoties? Zeg je wat je doet en doe je wat je zegt?

Kinderen zijn zo geweldig eerlijk. Ze zeggen wat ze denken, zonder beleefdheden. Bijvoorbeeld het moment dat je kind een vrouw vraagt of ze zwanger is, terwijl ze dat niet is. Wat gebeurt er met jou op zo’n moment en hoe handel je richting je kind?

Voel je soms de druk van het voorbeeld zijn voor kinderen of ben je ontspannen in die rol? Hoe communiceer je over jouw ‘fouten’ en hoe inconsequent mag je zijn? Welke ruimte ervaar je om tegelijk te groeien in het voorbeeld-zijn, samen met je kind?

Relateren en verbinden
Kan je voorbij de facade kijken? Kan je je kind zien los van zijn/haar huidige manifestatie/gedrag/uiterlijk? Heb je dat weleens gevoeld; dat je je kind aankijkt maar dat je verder kijkt dan de ogen. Áchter de ogen. Alsof je van geest tot geest kijkt. En je met die geest verbindt. Het is een misschien wat vage beschrijving van een hele bijzondere gewaarwording. Is het iets dat je herkent of kan proberen?

Je kind los van jezelf zien kan lastig zijn. Oog hebben voor het individu. Kinderen worden wel beschreven als pijlen op een boog. Wij zijn de boog, waardoor de pijlen gericht, gespannen en afgeschoten worden. Hoe ervaar jij dat spanningsveld tussen loslaten en vasthouden? Dat gaat echt niet alleen over kinderen in de adolescentie. Dit speelt in principe al vanaf dag 1. Kan je je kind vasthouden wanneer hij dat wil? Hoe kan je loslaten, ook wanneer het vertrouwen ontbreekt? Hoe kan je verbinden wanneer de overeenkomsten tussen jullie ver te zoeken zijn?

Soms lijkt het alsof ouders zelf iets willen bereiken door hun kinderen heen. Het is een valkuil voor ons allemaal. Een ouder steunt en stimuleert zijn kind op het gebied van zijn voetbalcarrière. Een ouder helpt haar kind met de nodige bijscholing en moeite het VWO door. Wat speelt er in dit soort gevallen? Kan je hier iets van terugzien in je eigen leven, in de kinder- of in de ouderrol?
Hoe kan je onvoorwaardelijk verbinden?

Kinderen passen zich graag aan hun ouders aan. Vanwege loyaliteit gebeurt dit soms zelfs ten koste van zichzelf. Dat is een natuurlijke dynamiek, maar in vergaande gevallen, niet wenselijk. Veel van deze dynamiek tussen kinderen en ouders speelt zich af in de conflicten van behoeften. Deze conflicten zijn momenten van intens contact. Jij wil iets en je kind wil iets anders. Wat gebeurt er met jou in zo’n conflict? Hoe kom je door het conflict tegemoet aan de behoeften van je kind? En die van jezelf? Is er sprake van een winnaar, een verliezer of geen van beide?

Grenzen & Ruimte
Het is een uitdaging om onze kinderen de ruimte te geven die ze nodig hebben om zich optimaal te ontplooien. Het is een uitdaging om hen grenzen te geven op een respectvolle en liefdevolle manier. Grenzen bieden veiligheid en duidelijkheid. Grenzen zorgen ook voor contact. Het zijn contactmomenten waarin ongelofelijk veel gecommuniceerd wordt, met name non-verbaal. Met het stellen van grenzen stuur je je kind een boodschap, keer op keer. Welke boodschap zend je? Je wil dat dit is: “Ik wil dit niet. Ik neem je serieus. Jij mag mij ook serieus nemen. Dit kan niet, maar ik luister. Ik doe mijn best je te begrijpen. Begrijp je mij? Ook al kan het niet wat je wilt, ik hou van je. Onvoorwaardelijk.”
De manier waarop je je grenzen stelt, komt voort uit je overtuiging, je mensbeeld. Wanneer je kind zich lastig gedraagt, hoe verklaar je dat dan? Reageer je op het gedrag of op de behoefte erachter? Wil je weten waar je kind aandacht voor vraagt of wil je zorgen dat dit moeilijk gedrag zo snel mogelijk voorbij is?

Ga eens na: ga je net zo tekeer tegen je vrienden of collega’s als tegen je kinderen tijdens een conflict in behoeften? Ben je voor je kinderen toegankelijk? Mogen kinderen jou vertellen wat zij willen en niet willen? Wat doet het met je wanneer de deur voor je neus dichtgeslagen wordt?

Afhankelijk van hun leeftijd, hebben kinderen hun eigen manieren op grenzen te stellen en ruimte te geven. Een kind kan zich afzonderen, dingen wel of niet vertellen, stiekem doen, schreeuwen, bepalen, je uitnodigen, dingen vragen, regels verzinnen, discussiëren, overleggen, etc. Vervolgens is het aan ons of we de gegeven grenzen en ruimte respecteren (zoals wij dat willen dat dat met die van ons gebeurt). Hoe maak jij duidelijk aan je kind dat je (geen) rekening houdt met zijn/haar grenzen en ruimte?

De volgende oefening kan veel inzicht geven in grenzen en ruimte die je bepaalt als ouder voor je kind:
Schrijf de naam van je kind midden op een vel papier. Neem nu een lastig onderwerp in gedachten, een ‘heet hangijzer’ dat momenteel speelt tussen hem/haar en jou. Teken een cirkel rondom de naam waarmee je de hoeveelheid ruimte aangeeft die je biedt in dit geval. Maak de lijn zo dik als je grens voelt (dikker is steviger). Schrijf vervolgens binnen de cirkel op welke manieren je de ruimte communiceert naar je kind. Schrijf daarna buiten de cirkel op welke manieren je de grens communiceert naar je kind. Wanneer je niets meer kan bedenken, trek dan je conclusies. Wat wordt er vooral gecommuniceerd? Is je cirkel representatief voor de realiteit? Moet de tekening aangepast worden? Wat kan je hiermee doen?

Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen,
want hun zielen toeven in het huis van morgen,
dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag proberen gelijk hun te worden, maar tracht niet hen aan jou gelijk te maken.
Uit: De Profeet van Kahlil Gibran

Voor meer over dit onderwerp en visies die aansluiten lees je bijvoorbeeld:
Luisteren naar kinderen van Thomas Gordon
Unconditional Parenting van Alfie Kohn
Het ongedwongen kind van Aletha Solter
Kinderen zijn geen puppy’s van Jürgen Peeters